Een vrijwillig beslag op loon?

12-12-2018

De gerechtsdeurwaarder die gelden ontvangt van een derdebeslagene zoals de werkgever of de bank of naar aanleiding van een verkoop van roerende goederen zal moeten overgaan tot een ontwerp en proces-verbaal van verdeling. Nog al eens heeft de beslagene spijt van de actie die de gerechtsdeurwaarder heeft moeten ondernemen na het betekenen en de aanzegging van het beslag op zijn loon of op andere inkomsten. Er volgt dan dikwijls een soort van gelatenheid of aanvaarding van de situatie zonder dat er goed wordt begrepen wat de gevolgen nu juist zijn en zelfs nu men soms ook terdege wordt geïnformeerd door de derdebeslagene werkgever of het sociaal secretariaat zelf. Er valt ook niet veel aan te doen en dus is het te laat. Had de schuldenaar het geweten, zou hij er niet alles aan hebben gedaan om het derdenbeslag te vermijden?

Zou er met andere woorden niet eens aan gedacht kunnen worden om voorafgaand aan het beslag op de periodieke inkomsten de schuldenaar bijkomend op hoogte te brengen van het op til zijnde beslag? Er is daar toch geen bezwaar tegen, noch zou er sprake kunnen zijn van het verdwijnen van het verrassingseffect ten aanzien van de schuldenaar. De kans is immers wel heel klein dat deze laatste onmiddellijk ontslag zal nemen. Bij de roerende inbeslagname kunnen de in beslag te nemen goederen ontdragen worden nog voor het bezoek van de gerechtsdeurwaarder zelf, bij derdenbeslag is er geen mogelijkheid om zich al op voorhand aan de nakende maatregel te onttrekken. Neemt de schuldenaar wél ontslag voor het beslag dan zou hij dat evengoed gedaan kunnen hebben na de betekening van het beslag maar dan zou uiteindelijk wel de initiatief nemende schuldeiser met de kosten blijven zitten.

We gaan een stap verder.

Veronderstellen we dat de schuldenaar nu zelf het initiatief zou kunnen nemen en mag vragen dat zijn loon en/of andere inkomsten in beslag genomen worden ter hoogte van een welbepaald percentage. Hiervoor zou dan een nieuwe procedure kunnen worden voorzien, een 'vrijwillig beslag onder derden', dat kan worden aangevraagd in elke stand van de procedure vanaf de betekening of zelfs kennisgeving van de titel. Het spreekt voor zich dat de schuldenaar dan ook een eerlijk en volledig overzicht van zijn inkomen zal geven alsmede een lijst van de schuldeisers. Er kan verder ook afgesproken of voorzien worden dat de gerechtsdeurwaarder dan de procedure van evenredige verdeling slechts opstart wanneer een bepaald bedrag van beschikbaar is overschreden. Eens de beslissing genomen kan de schuldenaar er niet op terug komen en blijft het beslag lopen tot alle schuldeisers worden voldaan. Eventuele nieuwe schulden mogen dan enkel de normale schulden zijn waarop de schuldenaar geen vat op heeft zoals belastingen en niet de buitensporige schulden.

Er moet dan ook in een zekere publiciteit voorzien worden zoals dat het geval is bij de bewindvoering. In tegenstelling tot die laatste rechtsfiguur behoudt uiteraard de schuldenaar dan wel het volledige beschikkingsrecht over het niet in beslag genomen gedeelte. Verder zal de beslagene niet moeten instaan voor de erelonen van die bewindvoerder of bijvoorbeeld de bemiddelaar in de collectieve schuldenregeling en dewelken wel eens hoog kunnen oplopen. De schuldeisers zullen verder integraal betaald worden hetgeen bij een collectieve schuldenregeling zo goed als nooit voorkomt.

Om dan het één en ander nog meer aantrekkelijk te maken zou bepaald kunnen worden dat de intresten worden bevrozen en het schadebeding wegvalt, doch niet de reeds gemaakte kosten van uitvoering. Door dit alzo wettelijk te voorzien zouden initiatieven zoals 'my trusto' niet meer hoeven en kan een alternatief gevonden zijn voor het budgetbeheer van het OCMW. Niet alleen zou immers het 'vrijwillig derdenbeslag' dan een procedure zijn die wettelijk gekaderd wordt, de nodige gelden zullen bovendien ook steeds beschikbaar zijn en men zal niet afhangen van de 'goodwill' van de schuldenaar om maandelijks het afgesproken percentage door te storten zoals dat wel het geval is bij het budgetbeheer en de collectieve schuldsanering. Voorwaarde is dan wel dat dit derdenbeslag enigszins de onmogelijkheid met zich meebrengt voor de individuele schuldeisers om toch nog andere uitvoeringsinitiatieven te nemen. Uiteraard is het zo dat de schuldeiser dan slechts afstand doet van intresten en boetebeding en dat die afstand definitief is slechts wanneer door de verdelingen de hoofdsom integraal is voldaan. De verdeling(en) gelden dan als een soort stilzwijgend akkoord tot slot van rekening. Hiermee is ook niet gezegd dat de schuldeiser het recht wordt ontzegd om zijn schuld op een andere bijkomende manier in te vorderen, alleen dan wel dat tot zo lang de verdelingen lopen, die bijkomende manier wordt geschorst en de intresten en het boetebeding niet extra mogen ingevorderd worden.

Uiteraard zou dan doorheen het hele proces de gerechtsdeurwaarder zijn bemiddelende rol ten volle uitspelen.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin