De politie en de gerechtsdeurwaarder zijn twee handen op één buik

07-09-2021

Artikel 1504 van het gerechtelijk wetboek verplicht de gerechtsdeurwaarder om zich tot de politie te wenden wanneer deze in het kader van de uitoefening van zijn wettelijke taken de deur gesloten vindt of wanneer er geweigerd wordt om de deur te openen. Soms zal diezelfde gerechtsdeurwaarder bij de betekening van de titel en het bevel tot betalen ter plaatse reeds kunnen vaststellen dat betekende meestal wel thuis is of dat het gaat om een bedrijf dat meestal open is zodat hij voor zover de aard en de al dan niet hoogdringendheid van het dossier het tenminste toelaten, hij of zij eerst zal langsgaan en zonder bijstand nuttig beslag zal trachten te beteken. Een beroep doen op de politie om beslag te leggen in een handelszaak zoals bijvoorbeeld een bakkerij die hoe dan ook open is en waarbij er geen enkele aanwijzing bestaat dat er sprake zou kunnen zijn van weerspannigheid is in principe (deontologisch) moeilijk te verantwoorden. Het is goed, hoewel niet wettelijk verplicht, om eventueel het tijdstip van de eerdere poging(en) te vermelden in het exploot van beslag.

De politiebeambte van zijn kant ondertekent het proces-verbaal van de gerechtsdeurwaarder. Hij treedt daarbij enkel op in zijn hoedanigheid van politieman en om die reden deelt de wetgever hem niet de hoedanigheid van getuige toe. De politiebeambte is voor wat betreft het beslag passief, hij doet niets en er wordt hem of haar niet gevraagd om te dicteren (art. 25 wet op het politieambt). Hij is dus discreet en gebonden aan het beroepsgeheim. Dit alles mag hem echter niet beletten om te antwoorden op vragen van de rechtsonderhorige die hem worden gesteld zoals op de vraag waarom zijn aanwezigheid nodig is. Het komt verder wel eens voor dat de politiebeambte actiever is en de betrokkene al dan niet spontaan uitlegt geeft of zijn visie deelt. De grens is hier soms dun maar het komt de gerechtsdeurwaarder niet toe om hem dit te verbieden, zeker niet als het de bewerkingen alleen maar vooruithelpt of de bedrukte sfeer wat kan ontluchten. Wel moet de gerechtsdeurwaarder corrigeren als de informatie die de politiebeambte geeft verkeerd of zelfs misplaatst is, dan wel de zaak helemaal niet vooruithelpt. Artikel 44 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt spreekt inderdaad van het 'verlenen van de sterke arm' door de politiediensten. De omzendbrief van 2 februari 1993 met betrekking tot de voormelde wet preciseert dit begrip door te stellen dat de opdracht van de gevorderde politiedienst eruit bestaat de gerechtsdeurwaarder te beschermen tegen elke aanslag op zijn fysische integriteit en het nodige te doen opdat hijzelf de moeilijkheden en hinderpalen kan wegnemen die de uitvoering van zijn opdracht belemmeren. Een goede politiebeambte die de gespannen sfeer wat ontdooit is zeker en vast wat dat betreft goed bezig. Doet deze laatste zijn schoenen uit als daar om wordt gevraagd? Antwoordt hij de schuldenaar in de taal die deze laatste begrijpt? Wat hij of zij in zijn dagelijkse professionele praktijk misschien niet zal doen, kan hij hier misschien wél doen. Wij moeten tenslotte niet vergeten dat wij ons bij de mensen thuis bevinden en dus in hun private leven. Enig respect is aan de orde en er is een verschil met het openbaar domein. De discussie om wat nu juist kan getolereerd worden en wat het openbare gezag al dan niet kan ondermijnen is hier zeker aan orde, doch gaat buiten het bestek van deze bijdrage en is voer voor een aparte (deontologische) opleiding.

De samenwerking van gerechtsdeurwaarders en politie is evenwel al eeuwig en drie dagen een soort van dansen op een slappe koord. Dat is ook logisch want de politie is een orgaan van de openbare macht dat zich niet zomaar mag laten misbruiken ten dienste van het dossier van de gerechtsdeurwaarder. Het ambt staat immers ten dienste van de maatschappij. De terechte vraag is dan ook te weten of de belastingbetaler moet opdraaien voor het werk dat een gerechtsdeurwaarder verricht bij het invorderen van schulden en meer bepaalt de politieman moet betalen die een dag mee op stap gaat met de gerechtsdeurwaarder om beslagen te leggen.

Mensen gaan voorts ook al snel menen dat die politie een kant kiest en dus niet helemaal neutraal is. Beiden zowel de politiebeambte als uiteraard de gerechtsdeurwaarder zijn natuurlijk onafhankelijk en staan tussen schuldeiser en schuldenaar maar de perceptie is al voldoende als argument, ook al weet iedereen dat ook die gerechtsdeurwaarder drager is van een gedeelte van de openbare macht.

Een derde argument, buiten dus dat van de (maatschappelijke) kostprijs en de (maatschappelijke) perceptie is het feit van de (maatschappelijke) relevantie. Want inderdaad ontbreekt het de politie dikwijls aan tijd en mankracht en er zijn wel degelijk belangrijkere en dringendere taken dan deze. Hoewel de dreiging van terreur heden ten dage afneemt kan ook dat argument in de toekomst nog wel eens naar boven komen.

Er werden bovendien klachten geformuleerd aangezien - en we moeten daarin eerlijk zijn - het kaderprotocol misschien af en toe ietwat (te) ruim zou worden geïnterpreteerd. Hoewel dit niet ter zake doet nu de aanwezigheid van de politie hoe dan ook vereist is als de deuren gesloten zouden zijn, wordt het bestaan van een ernstig risico met betrekking tot de fysieke integriteit soms door bepaalde politiediensten in twijfel getrokken en deze laatsten menen dat de (op)vordering dan een zeker automatisme wordt. Langs de andere kant is er soms een onwillige lokale politiedienst die onmogelijke eisen stelt en de gerechtsdeurwaarder verplicht om weken op voorhand een beslagronde aan te vragen terwijl uiteraard ieder dossier wel een zekere spoedige afwikkeling vraagt. Denken we maar aan de voorwaarden van de RSZ en vele andere schuldeisers die de gerechtsdeurwaarder verplichten om binnen een bepaalde tijdspanne het beslag te betekenen. Langs beide kanten worden de termijnen van 7 (of 10 voor wat betreft de uithuiszettingen), respectievelijk 3 (of 5) werkdagen met de voeten getreden. Er vallen adressen af en er worden adressen toegevoegd aan de beslagronde zonder dat de politie op de hoogte wordt gebracht, er wordt op de dag zelf van de beslagronde soms vastgesteld dat er een 'dubbele boeking' is waardoor de gerechtsdeurwaarder die dag met naald en draad naar huis wordt gestuurd en er wordt door sommige agenten op de minuut gekeken waarbij de gerechtsdeurwaarder zich aan een klacht mag verwachten als hij de agent te laat afzet op het bureel.

Eén en ander zorgde voor soms hoogoplopende discussies en zelfs ruzies tussen korpschef en syndicus van de arrondissementskamer. De goede onderlinge verstandhouding is in gevaar! De rechtsonderhorige is de dupe. Nochtans is gebleken dat er wel degelijk soepelheid is. In het veld blijkt soms heel wat pragmatisme. Heeft het CALOG-personeel bv. een dubbele boeking gemaakt wordt dit opgelost dikwijls op amicale wijze.

In Nederland is één en ander trouwens aanleiding geweest tot een ware crisis met als dieptepunt de oproep van de politiebonden tot hun leden om op 23 augustus 2017 geen deurwaarders meer te assisteren bij huisbezoeken. Tijdens het vorige Cao-conflict in 2015 was dit actiemiddel ook al met succes ingezet. Pogingen van de Nederlandse staat en de Koninklijke beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders om de actie door de rechter te laten verbieden liepen toen op niets uit. Tot in hoogste instantie - het Gerechtshof in Den Haag - luidde het oordeel dat het stopzetten van de politiebegeleiding van deurwaarders een geoorloofd actiemiddel was.

Er kwamen aldus voorstellen om dan privé agenten in te schakelen. De minister Jan Jambon meende echter dat er niet mag gesteld worden dat gerechtsdeurwaarders geen beroep meer mogen doen op de lokale politie en dat de hele zaak echter wel moet gerationaliseerd worden. Een ander idee was om de gerechtsdeurwaarder een soort vrijgeleide te geven om met een gecertificeerde getuige een woning te betreden. De politie zelf die sinds de afschaffing hiervan door minister Turtelboom niet meer wordt bezoldigd door die gerechtsdeurwaarder zal het niet al te erg vinden. Zij staat neutraal, zij doet haar job zoals dat wordt gevraagd en uiteraard doen sommigen liever ander werk dan mee te (moeten) gaan met een gerechtsdeurwaarder en anderen vinden het juist dan weer afwisselend en boeiend.

Onze Nationale Kamer en Sam-Tes hebben zich dan ook gelukkig niet in stilzwijgen gehuld. Ieder van ons nam kennis van het nieuwe protocolakkoord dat niet in werking is aangezien artikel 1504 Ger.W. moet worden aangepast in die zin dat de gerechtsdeurwaarder zonder de politiebijstand tot de deuropening moet kunnen overgaan, net zoals hij dat indien gewenst kan doen bij uitdrijvingen. Dit laatste zal hij dan kunnen doen zo hij in de databank geen HIT aantreft, te weten de risicoanalyse wijst uit dat het niet om een (potentieel) gevaarlijke persoon gaat. We moeten echter durven vooruitdenken en ons de vraag stellen of deze voorwaarde dan niet opnieuw voer voor betwisting en ongemakkelijke situaties kan zijn. Inderdaad spreekt het protocol van het feit dat 'de gerechtsdeurwaarder kennis heeft van risicoaanwijzingen van gevaar'. Zelfs als er nog zou worden gespecifieerd wat dit nu juist kan zijn en er concrete en/of limitatief bepaalde voorbeelden worden gegeven (hetgeen toch wel een zeer moeilijke klus lijkt), dan nog zal de discussie blijven. Gerechtsdeurwaarder A zal immers sneller een risico zien dan B en hetzelfde geldt dan ook niet alleen voor de gerechtsdeurwaarders onderling maar dan toch ook tussen politie en gerechtsdeurwaarder en zelfs tussen de politieambtenaren onderling.

Verder zal de gerechtsdeurwaarder beroep moeten doen op de politie als het om de vaststelling van overspel gaat, het weghalen van kinderen (wat feitelijk en zeker manu militari zo goed als niet meer voorkomt), het tussenkomen bij stakingen of bezetting van een bedrijf, krakers of scheepsbeslag en beslag inzake namaak. Deze gronden worden dus limitatief opgesomd in het protocol en we merken op dat de uithuiszetting er dus niet bij is. Wat ook niet in het protocol staat vermeld is de situatie waar de rechter zelf de bijstand van de politie beveelt, uiteraard zoals ook bij uithuiszettingen maar dus ook in heel wat andere situaties.

Proberen we nu verder op een eerlijke en objectieve manier te verdedigen dat misschien wel eens (voor één keer) alles bij het oude zou moeten blijven, zij het dan met enkele nuances en verbeteringen.

  • De maatschappelijke kostprijs

Het kost de belastingbetaler handenvol geld! Als iedere gerechtsdeurwaarder elke week één dag op beslag gaat, kost dit dus aan de Belgische staat wekelijks meer dan 500 agenten. Dat is een hoop geld dat beter besteed wordt aan beveiliging, verkeer en boetes en patrouille.

Maar is dat écht wel zo? Wij moeten weten dat het overgrote deel van de invorderingen rechtstreekse of onrechtstreekse belastingen betreffen en dus in het belang zijn van de fiscus (ontvanger, gemeentebestuur, penale boeten enz....). De beveiliging toevertrouwen aan privéfirma's zal mogelijk excessen in de hand werken en zal hoe dan ook nog veel duurder uitkomen. Het zal met andere woorden zo zijn dat wanneer de bijstand van de politie wordt afgeschaft de fiscus zelf en dus de belastingbetaler in eigen vel zou kunnen snijden hetgeen uiteraard absoluut niet de bedoeling kan zijn. Voor de invordering ten verzoeke van particulieren geldt dit uiteraard in mindere mate hoewel btw en registratierechten mee worden ingevorderd en een succesvolle invordering ook voor de ontvanger een meerwaarde betekent. De meerwaarde is in ieder geval groter dan de politiemacht die nodig is voor een voetbalmatch, de bescherming van personen in het algemeen of de beveiliging van (private) sportmanifestaties of evenementen allerhande. Tot op heden worden de voorstellen om de politie of de Staat voor de bijstand te vergoeden zonder meer en zonder opgave van reden helaas ook niet weerhouden.

  • De maatschappelijke perceptie

De reden waarom een politieman meegaat is om de gerechtsdeurwaarder enerzijds te beschermen en anderzijds omdat hij of zij drager is van een gezag dat de gerechtsdeurwaarder en de slotenmaker toelaat om de toegestane huisvredebreuk te rechtvaardigen. Het is logisch dat zonder hem immers de buurvrouw de politie zelf zal bellen want zal denken dat er inbrekers aan het werk zijn. Soms gaat inderdaad ook een alarm af of wordt de gerechtsdeurwaarder soms fysiek doch meestal verbaal ook bedreigd. Het 'machtsvertoon' zal evenwel dat risico alvast beperken. Eigenlijk is het dus juist andersom! De rechtsonderhorige ziet in de praktijk de politieagent helemaal niet als een slaafje van de gerechtsdeurwaarder maar wel als een absolute meerwaarde: Justice must not only be done, it must also be seen to be done!

Maar het is inderdaad belangrijk dat alleen in die gevallen waar het nodig is of nodig zou kunnen zijn dat de politiebijstand moet worden gevraagd. Het is daarom dat de gerechtsdeurwaarder in de mate dat de aard van het dossier of de al dan niet hoogdringendheid dit toelaat toch eerst eens ter plaatse moet gaan met een getuige om zo wanneer er geen sprake is van weerspannigheid en de schuldenaar thuis is of wanneer het om een bedrijf gaat met receptie of een restaurant bijvoorbeeld dan beslag te leggen zonder de aanwezigheid van het openbaar gezag. Dat is trouwens een afweging die de gerechtsdeurwaarder alleen maakt, de politiedienst kan en mag dat niet in zijn plaats doen.

De laatste vraag die hier kan en moet gesteld worden is of het niet aanwezig zijn van de politieambtenaar zelfs niet een omgekeerd effect zal hebben. De publieke opinie zou zich wel eens kunnen kanten tegen gerechtsdeurwaarders die zonder 'boe of ba' eigengereid huisvredebreuk mogen plegen! Die denken dan immers 'dat ze alles mogen'.... Bovendien is de overgrote meerderheid van de bevolking het er over eens dat het uitvoeren van vonnissen een essentieel onderdeel is van de rechtszaak en dus de rechtstaat en dit niet alleen dus voor wat betreft de strafrechtelijke zaken. Wat is immers het nut van het bekomen van een vonnis dat niet kan uitgevoerd worden desnoods met de hulp van de openbare macht? Dit is een onderdeel van het recht op een eerlijk proces. De politiebijstand moet ook in dat licht worden gezien: de politie is aanwezig om de fysieke integriteit van de gerechtsdeurwaarder te waarborgen, evenals deze van de getuige en de medewerkers. Echter is de politie daar ook om de rechten van de schuldenaar te waarborgen, zijnde de afwezige partij!

  • De maatschappelijke relevantie

Ieder van ons werd al eens geconfronteerd met agressie. Dit is onvermijdelijk en helaas een deel van de job. Wie in google de woorden 'agressie en gerechtsdeurwaarder' opzoekt komt al gauw tot een lange lijst van incidenten met zonder overdrijven meldingen van geweldpleging, agressie en zelfs schietincidenten en moord of zelfmoord. Eigenlijk is het zo dat het feit alleen dat beslag wordt betekend iedere normale mens automatisch in het nauw drijft. De stress wekt nogal eens agressie op waarbij zelfs luisterbereidheid, dialoog en bemiddeling geen soelaas brengt. Het zenuwstelsel kiest voor vechten, vluchten of bevriezen als het aankomt op gevaar. De adrenaline die vrijkomt zorgt voor alerte zintuigen, snelle ademhaling en het hart gaat sneller te keer: we zijn klaar voor actie.

Met andere woorden zal het feit van beslag alleen al een HIT opleveren waar zoals gezegd de risicoanalyse uitwijst dat het om een (potentieel) gevaarlijke persoon gaat. Iedereen is potentieel gevaarlijk als men hem treft in het hart van zijn eergevoelen. Er bestaat geen enkele gerechtsdeurwaarder die niet eens maar al te graag een beleidsmaker zou willen uitnodigen een dag mee op stap te gaan opdat deze laatste wordt geconfronteerd met de realiteit alvorens beslissingen te nemen.

Een agent bracht mij onlangs wel een nuance aan in die zin dat zeer vele mensen een HIT zullen opleveren. Het gaat immers zeker niet alleen om zware criminelen. Daar staat evenwel tegenover het feit dat er ook terroristische aanslagen worden gepleegd door mensen die niet gekend zijn....

De vraag is dus niet of er doden zullen vallen (zoals de kidnapping in Duitsland), eerder is de vraag wanneer. De beleidsmaker die er niet alles aan heeft gedaan om dit te vermijden is dan verantwoordelijk.

Om af te sluiten verwijzen we even naar de andere zaken waar de gerechtsdeurwaarder de politie van dienst kan zijn. De enige compensatie is dan voor eens voor altijd de medewerking en de bescherming door de politie bij onze beslagrondes. Misschien is het nuttiger het integrale behoud van de politiebijstand te compenseren met ietwat betere regelingen of zelf (deontologische) verplichtingen voor de gerechtsdeurwaarder hiervoor?

Voor zover bijvoorbeeld de gerechtsdeurwaarder werkelijk geen spoor vindt van een persoon op het adres van de inschrijving zal hij soms vragen aan de wijkagent één en ander even na te gaan. De meeste confraters doen dit als zij eraan twijfelen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon wel degelijk effectief verblijft op het adres van de inschrijving in het rijksregister respectievelijk de kruispuntbank van de ondernemingen dan wel sterke twijfels hebben omtrent de solvabiliteit, mogelijke wantoestanden vermoeden of soms ook als ze werkelijk geen andere optie zien. Wat is er mooier voor een wijkagent dan gratis en voor niets een scout te hebben die hem wijst op mogelijke problemen in zijn wijk? Om te voldoen aan de kritiek dat sommige gerechtsdeurwaarderskantoren het andersom zien en de wijkagent aanzien als een gratis personeelslid dat verkennende opdrachten uitvoert enkel naar solvabiliteit toe kan er geopteerd worden om diezelfde wijkagent slechts te bevragen indien de instrumenterende gerechtsdeurwaarder nadien ook effectief een 'bericht van vermoedelijk fictief adres' neerlegt of afhankelijk van het antwoord zal neerleggen in het CBB. Dit bericht zou dan automatisch doorgestuurd worden naar de bevoegde autoriteiten zoals de politie, de gemeente of kruispuntbank van de ondernemingen. De wijkagent zal dan ook bereid zijn om sneller tot actie over te gaan, één en ander zal zorgen voor een administratieve vereenvoudiging en het is geloofwaardiger als de verantwoordelijkheid hier kan gedeeld worden met de gerechtsdeurwaarder. Onze beroepsgroep is zoals te lezen valt in het memorandum 2019 hiervoor te vinden voor zover het kader hiervoor wordt voorzien.

Wanneer ter plaatse blijkt dat (zeer) jonge kinderen alleen thuis zijn zou de gerechtsdeurwaarder best de politie op de hoogte brengen. Hetzelfde doet hij bij vermoeden van drugs, criminele feiten, radicalisering, verboden wapendracht, vernielingen enz....

Er zou een regeling kunnen uitgewerkt worden als het gaat om het vaststellen en doorgeven aan de politiediensten van huisnummers die niet worden aangebracht, postbussen die nooit worden geledigd, namen die niet op de bel of bus worden vermeld.... We kunnen ook verwijzen naar de meldingsplicht van art. 29sv. en de samenwerking van de gerechtsdeurwaarder met de politie in het kader van het Shield project om samen door het delen van informatie terrorisme te bestrijden.

Een warme oproep dus aan de beleidsmakers om de (wijk)agent niet de kans te ontnemen de problemen in zijn buurt, ook al zijn die niet gelinkt aan het ene of het andere risico, te kennen of te rapporteren aan de collega's, de rechtsonderhorige het nodige veiligheidsgevoel te laten en van de gerechtsdeurwaarder en zijn getuige geen ordinaire inbreker te maken. 

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin