Beroep u op de gerechtsdeurwaarder voor uw beroep
'Meester, ik begrijp wel uw uitleg maar daar kunnen wij toch niet zomaar ons bij neerleggen, dat klopt niet, dat is onrechtvaardig... doe iets!' Het is een veel gehoorde vraag en om die te beantwoorden zal de advocaat, zeker nu het verzet van de (rechts)persoon die interesse heeft in en voor zijn zaak nog maar in een zeldzaam geval tot de mogelijkheden behoort, voorstellen om beroep aan te tekenen. De advocaat zal dan in de regel een (tegensprekelijk) verzoekschrift neerleggen eventueel zelfs per mail bij de voor deze tweede aanleg bevoegde rechtbank, zoals bijvoorbeeld het Hof van Beroep. Wanneer er in plaats van het verzoekschrift wordt gekozen om de gerechtsdeurwaarder het nodige te laten doen, betekent deze aan de tegenpartij een akte van beroep dat in de plaats komt van het vermelde verzoekschrift. De betekening bij gerechtsdeurwaardersexploot is trouwens de regel, het verzoekschrift en de gerechtsbrief zijn van toepassing zo de wet die mogelijkheid voorziet. In de regel opteert men echter bijna altijd voor het goedkopere verzoekschrift.
Maar is dat wel de beste keuze?
1/ Het hoger beroep moet uiteraard wel toelaatbaar zijn. Dat is het niet als het onduidelijk is wie de verzoekende partij eigenlijk dan wel is of wanneer niet duidelijk is of de verzoekende partij (appellant) wel de (rechts)persoon rechtsgeldig vertegenwoordigt. Hoeft het gezegd dat de gerechtsdeurwaarder uiteraard ook de verzoekende partij correct zal identificeren, desnoods enige informatie zal opvragen, enige inlichtingen zal nemen en zelfs de nodige verificaties zal doen n.a.v. de anti-witwas wetgeving? Het zou een fout uitmaken in hoofde van de gerechtsdeurwaarder zo deze wat dat betreft nalatig is. Dikwijls zijn er meerdere partijen die ook correct moeten gekwalificeerd worden. De gerechtsdeurwaarders heeft daarvoor alvast de juiste tools.
2/ De gerechtsdeurwaarder zal ook niet vergeten te vermelden dat gedaagde in beroep verschijning van gedaagde zal moeten doen conform artikel 1061 Ger.w.
3/ Het verzoekschrift moet uiteraard op tijd en in de regel binnen de openingsuren van de griffie worden neergelegd of ontvangen worden. Niets is minder waar bij de akte van beroep. Het beroep is dan immers retroactief bij de rolstelling ingesteld op datum van de effectieve betekening en niet zoals bij het verzoekschrift de effectieve neerlegging, te weten de rolstelling. Met andere woorden, zelfs al is de termijn om in beroep te gaan verlopen bij de effectieve rolstelling door de gerechtsdeurwaarder dan is dat geen probleem voor zover de betekening zelf maar binnen de termijn gebeurde. Het hoeft geen betoog dat één en ander in sommige gevallen van belang kan zijn zo het einde van de vervaltermijn in zicht komt.
4/ Een verzoekschrift, eens ingediend, heeft als gevolg dat de zaak op een door de griffier bepaalde datum wordt ingeleid. Bij een dagvaarding is het de gerechtsdeurwaarder die deze datum kan bepalen. Zeker op het niveau van het hof van beroep zal dit dus sneller kunnen en zo heeft de verzoeker ook de mogelijkheid om deze inleidingsdatum zelf te kiezen, uiteraard zo snel, in ieder geval sneller, mogelijk.
5/ De betekening door een gerechtsdeurwaarder is een waarborg voor de rechten van de partijen. De tegenpartij heeft de inleiding ontvangen hetgeen niet a priori zomaar kan uitgesloten worden voor wat betreft de gerechtsbrief. Tegenpartij is vast en zeker behoorlijk opgeroepen. Het is de meest formele vorm van kennisgeving waarbij trouwens de bestemmeling moeilijk nog onwetendheid kan veinzen terwijl de postdiensten wat dat betreft een mindere zekerheid bieden. Deze laatste werkt immers conform art. 46 Ger.w. Als bij de (aangetekende) brief niemand thuis is, wordt deze gedurende acht dagen ter beschikking gehouden van de bestemmeling op het postkantoor of postpunt, dikwijls een boekenwinkel. Bij een dagvaarding is die termijn drie maanden en het is af te halen bij de gerechtsdeurwaarder zelf op zijn kantoor. Bovendien, als het misloopt met de post, is één en ander behept met mogelijke nietigheid (art. 47bis Ger.w.). Een postbode heeft tot nader order geen juridische opleiding gekregen en zal ook niet zomaar iemands identiteitskaart vragen. De postbode heeft niet de technische mogelijkheid om bijvoorbeeld het rijksregister te raadplegen.
6/ Het verzoekschrift doet voor de tegenpartij mogelijks een schijn van partijdigheid ontstaan. Minstens zal deze misschien de indruk krijgen dat één en ander niet objectief gebeurt. De gerechtsdeurwaarder is een onafhankelijke derde die helemaal geen belang heeft of uitstaans heeft met de grond van de zaak. Het enige dat hem interesseert is het correct doen inleiden van de vordering.
7/ Het grootste argument in het 'voordeel' van het verzoekschrift was echter de kostprijs. De vereiste van de betaling van de kosten van de rolstelling is evenwel thans dezelfde. Een analyse van de kostprijs van het verzoekschrift leert ons dat de kostprijs van een dagvaarding echt niet enorm veel verschil uitmaakt.
Daar staan alle hiervoor beschreven voordelen tegenover.
Het is misschien een iets duurdere optie maar wel efficiënter, veiliger en gemakkelijker voor zowel de verzoeker als voor de advocaat om voor het beroep, beroep te doen op een gerechtsdeurwaarder!